Wat is blauwtong?
Verschijnselen en verloop van de ziekte
Besmette dieren kunnen afhankelijk van het serotype in meer of mindere mate de volgende symptomen vertonen:
- koorts
- ontstekingen, blaasvorming, erosie en necrose van de mondslijmvliezen
- gezwollen en soms blauwe tong
- mankheid door ontsteking van de kroonrand, de voeten en de spieren
- abortus
- pneumonie
- vermagering
- dood binnen 8 tot 10 dagen
- dieren die herstellen vertonen eventueel alopecie, steriliteit en groeivertraging
Bij een drachtig dier kan een besmetting soms aanleiding geven tot de geboorte van jongen met hersenafwijkingen.
Voorkomen en verspreiding
De aanwezigheid van de ziekte komt overeen met het leefgebied van de vector: de kriebelmuggen, knijten of knutten (Culicoides). Traditioneel komt de ziekte vooral voor in het leefgebied van eerder tropische Culicoides. Sinds 2006 wordt de ziekte in Europa eveneens buiten deze zone opgemerkt; daar hangt ze samen met Culicoides die in de meer gematigde streken voorkomen.
Doordat in gematigde streken de vectorpopulatie in de winter grotendeels sterft, kent blauwtong in ons land een sterk seizoensgebonden verloop. De besmettingen komen voor in de periode van augustus tot oktober; dit zijn de maanden waarin ook de vectorpopulatie piekt. Van de late herfst tot vroege lente, wanneer de temperaturen lager zijn dan 10°C en de vector niet actief is, worden geen nieuwe gevallen vastgesteld.
Behalve door vectoren, kan het virus ook (maar minder vaak) via bloed en sperma van besmette dieren overgedragen worden.
Situatie
Er werden tot op heden slechts enkele besmettingen vastgesteld (kaart met haarden)
Preventie en bestrijding
- maatregelen bij het verplaatsen van vatbare dieren
- de vaccinatie van vatbare dieren
Er zijn geen bestrijdingsmaatregelen. Zieke dieren worden niet opgeruimd.
Veehouders met bijkomende vragen, kunnen contact opnemen met de lokale controle-eenheid van het FAVV