Openingsuren & contact

Wegen en verkeer Vlaams-Brabant

Samenstelling adviesaanvraag voor projecten langs de Grote Steenweg (N3)

Belangrijke informatie voor architecten!

Schrijven van 17 maart 2006 vanwege het afdelingshoofd.

Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant

Wegendistrict 214 Aarschot
Nieuwrodesesteenweg 137,
3200 Aarschot
Tel.: 016 61 86 60 of 016 61 86 40
Fax: 016 61 86 66

Bekijk de officiële site van de administratie Wegen en Verkeer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Teneinde de doorlooptijd voor de afhandeling van bouw-, verbouwings- en verkavelingsadviezen te kunnen inkorten, moeten de aan mijn afdeling overgemaakte dossiers volledig zijn, wat spijtig genoeg niet altijd het geval is.

Er wordt inderdaad door de ontwerpers vrij weinig aandacht geschonken aan zowel de verkeerstechnische impact van sommige gebouwen op de verkeersafwikkeling als aan de volledigheid van het, voor ons, zeer belangrijke inplantingsplan.

Het gevolg van deze onvolledigheid is niet alleen tijdrovend opzoekingswerk voor onze wegenwachters, maar vooral moeilijkheden bij de beoordeling van de dossiers, met te vermijden negatieve adviezen als resultaat.

Het is dan ook nuttig om nogmaals een opsomming te geven van zowel de ons over te maken documenten als van de elementen en aanduidingen die zeker op de plannen (voornamelijk het inplantingsplan) moeten aangebracht worden.

I. voor bouw- en verbouwingsdossiers:

a) over te maken documenten:

1. de door de heer burgemeester en secretaris van de gemeente / stad ondertekende aanvraag met daarin de vermelding van:

  • naam en adres van de aanvrager
  • kadastrale gegevens van het perceel
  • omschrijving van de uit te voeren werken
  • voor zover het perceel of het gebouw gelegen is binnen een goedgekeurd BPA, de benaming en de datum van goedkeuring ervan
  • ventueel de vermelding van de reservatiestrook voor zover het perceel of gebouw zou kunnen gelegen zijn in een op het gewestplan voorziene reservatie zone voor de aanleg van een nieuwe omleiding of ontdubbelingsweg

2. een volledig stel uitvoeringsplannen: omgevingsplan, liggingsplan, inplantingsplan met duidelijke ligging ten opzichte van de gewestweg (in 2 exemplaren)

3. een uittreksel uit het kadastraal plan (straal 50m)

4. zes genummerde foto's van het perceel of het gebouwen de omliggende eigendommen (met aanduiding van de verschillende opnamepunten op de situatietekening) .

b) belangrijke elementen en aanduidingen:

1. op het inplantingsplan dienen, buiten de noodzakelijke maataanduidingen van de rooilijn en de bouwlijn vastgelegd ten opzichte van de as van de bestaande wegenis, ook alle vaste elementen

welke zich op het perceel in kwestie bevinden te worden opgenomen.

In principe zijn dit de bomen, elektriciteitspalen, verlichtingspalen, schuilhuisjes voor de busreizigers, grote signalisatieborden, enz.

2. ook de bestaande nutsleidingen, vooral dan de aanwezigheid van een gemeentelijk of ander rioleringsnet en de daarbij horende onderzoeksschouwen moeten op het inplantingsplan zijn aangeduid

3. uit oogpunt van de verkeersveiligheid moet op het inplantingsplan ook de voorziene in- / uitrit getekend zijn. Er wordt slechts 1 toegang met gezamenlijke in- en uitrit van 3 meter toegestaan voor particulieren en maximum 7 meter voor bedrijven.

4. om de hoogte-inplanting van de constructie te kunnen analyseren dient een duidelijk terreinprofiel vanaf de as van de gewestweg te worden bijgevoegd, loodrecht op de as van de gewestweg. Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat in principe het terrein vanaf de eigendomsgrens tot aan de bouwlijn moet stijgen onder 1 à 2%

5. de voorziene afscheidingen tussen privédomein en gewestdomein, met ander woorden de aanduiding van de eigendomspalen van het terrein zowel langs de zijde van de gewestweg als aan de achterzijde van het perceel

6. de eventuele parkeerruimtes voor voertuigen mogen niet vóór de rooilijn worden ingeplant

7. vaste constructies zoals regenwaterputten, sceptische putten, controleputten, Hs-cabines, stookolietanks en bezinkingsputten moeten achter de bouwlijn ingeplant worden

8. indien een toegang voor voertuigen mogelijk is via de gemeentewegenis wordt geen toegang langs de gewestweg voorzien.

II. verkavelingsdossiers:

a) over te maken documenten:

1. de door de heer burgemeester en secretaris van de gemeente / stad ondertekende aanvraag met daarin de vermelding van:

  • naam en adres van de aanvrager
  • kadastrale gegevens van het perceel
  • voor zover het perceel gelegen is binnen een goedgekeurd BPA, de benaming en de datum van goedkeuring ervan
  • eventueel de vermelding van de reservatiestrook voor zover het perceel zou kunnen gelegen zijn in een op het gewestplan voorziene reservatie zone voor de aanleg van een nieuwe omleiding of ontdubbelingsweg

2. het verkavelingsplan met de voorgestelde loten waarop de ligging van de rooilijn en de bouwlijn is vastgesteld ten opzichte van de voorliggende as van de gewestweg. Deze laterale weg of ventweg moet aangelegd worden achter de voorziene rooilijn van de gewestweg.

3. een uittreksel uit het kadasterplan (straal 50m).

b) belangrijke elementen en aanduidingen:

1. de in-/uitritten dienen juist te worden aangeduid op het verkavelingsplan

2. eventueel en uitsluitend bij grote verkavelingen moet een uitbatingsweg of laterale weg worden voorzien om het aantal afzonderlijke in- en uitritten te kunnen beperken tot één centrale toegang tot de gewestweg

3. de juiste aanduiding van de eigendomspalen van de perceelsgrenzen tussen het privédomein en het gewestdomein, zowel langs de kant van de gewestweg als langs de achterkant van de percelen, dient met maatcijfers te worden ingetekend

4. de bestaande nutsleidingen, het eventueel reeds aanwezig rioleringsnet (gemeentelijk of van het gewest) en bezoekschouwen dienen aangeduid op het liggingsplan

5. de bestaande vaste elementen welke zich voor de percelen en aansluitend bij de voorliggende gewestweg bevinden, zoals bomen, elektriciteitspalen, schuilhuisjes voor busreizigers, signalisatieborden, enz. moeten op het liggingsplan worden ingetekend.