Overzicht van de gemeentelijke belastingen en retributies
De behandeling van bezwaren op het vlak van eigen gemeentebelastingen
Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden en gericht zijn aan het College van Burgemeester en Schepenen, Aen den Hoorn 1 te 3440 Zoutleeuw.
Het kan ook per e-mail.
Het bezwaar moet gemotiveerd zijn en het moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van contante inning.
Wie wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in het bezwaarschrift.
In dat geval zal de datum worden meegedeeld van de hoorzitting, evenals van de dagen en uren waarop het dossier geraadpleegd zal kunnen worden.
De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen wordt bij de post per aangetekende brief betekend. In deze aangetekende brief wordt de instantie vermeld waarbij een beroep kan worden ingesteld, evenals de terzake geldende termijn en vormen.
De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt 3 maanden na de kennisgeving van de beslissing. Wanneer het beroep niet binnen die termijn is ingediend, is de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen onherroepelijk. Dat beroep moet worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg van het rechtsgebied waarin de belasting gevestigd werd, voor onze gemeente is dat de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven, Smoldersplein 5, 3000 Leuven.
Tegen het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg kan verzet of beroep worden ingesteld. Tegen het Arrest van het Hof van Beroep kan een voorziening in cassatie ingesteld worden. De vormen en termijnen, en de rechtspleging die toepasselijk is op deze beroepen, zijn dezelfde als die voor rijksbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen. Aangezien het Wetboek van de inkomstenbelastingen niet voorziet in specifieke termijnen, gelden de gewone termijnen zoals bepaald in het gerechtelijk Wetboek: één maand vanaf de betekening van het vonnis voor het aantekenen van verzet (artikel 1048) of beroep (artikel 1051) en drie maanden vanaf de betekening van de bestreden beslissing voor de voorziening in cassatie (artikel 1073). De artikelen 1385decies en 1385undecies van het gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.