Inwoners
941
Toponymie
Oude vormen: Tormales, Durmale, Tormale, Dormala, enz.
Dormaal is een samenstelling van Germaanse thurnu "doorn" + mala "helling".
Dormaal betekent dus: helling begroeid met doornen.
Al vlug werd er een onderscheid gemaakt tussen Opdormaal en Neerdormaal.
Geschiedenis
In de parochieregisters van Neerdormaal is er een volkstelling van het jaar 1720 terug te vinden. Hierin duidt de pastoor op een dorp dat aan twee verschillende "landen" behoorde. Enerzijds was er een Luiks of Loons deel dat bij Halle hoorde, het kleinste met een handvol gezinnen, en anderzijds een groter Brabants deel.
In 1971 werd Dormaal bij Halle-Booienhoven gevoegd en in 1977 volgde de fusie met Zoutleeuw.
Er is altijd een beetje rivaliteit geweest tussen Halle en Dormaal, vandaar de spreuk Hal bovenal, Durremoal es ne verrekesstal (Halle bovenal, Dormaal is een varkensstal).
Patroonheilige: Sint-Martinus
Martinus is vooral bekend als de jonge soldaat die zijn mantel of cappa deelde met een arme die rilde van de kou aan de stadspoort van Amiens. Van zijn vader, een hoge officier in het Romeinse leger, had hij de naam Martinus gekregen toegewijd aan Mars, de god van de oorlog.
Maar na het weggeven van een stuk van zijn mantel beseft Martinus dat er voor hem geen toekomst is in het leger, maar wel als geestelijke. Hij bekeert zich tot het christendom, wordt bisschop van de stad Tours en zal heilig verklaard worden in de vijfde eeuw.
Sindsdien staat de goedhartige daad van Sint-Maarten symbool voor het delen met anderen. Eeuwenlang werd Tours overspoeld door pelgrims die er kwamen bidden aan het graf van de heilige.
Hij was een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Gallië. Hij was bovendien een van de populairste heiligen in de middeleeuwen, omdat hij een eenvoudig leven bleef leiden ondanks zijn voorname positie
Sint-Martinuskerk
Deze classicistische kerk, opgetrokken uit bak- en natuursteen, dateert uit 1782. Het éénbeukige gebouw bevat een ingebouwde westertoren en een diep koor met halfronde absis.
In het fronton van het ingangsportaal bevindt zich het jaartal 1782 en de wapenschilden van Chantrain met het teken van de Orde van Malta en van Boniface Dureel van de abdij van Aywiers. Het hoofdaltaar, gewijd aan de H. Martinus is 18de eeuws, de rijk versierde zijaltaren van 1623 zijn barok en zijn afkomstig uit de voormalige Sint-Pieterskerk te Op-Dormaal.
Het orgel dateert van het einde van de 18de eeuw en is versierd met trofeeën van muziekinstrumenten.
Eveneens uit de 18e eeuw zijn de doopvont, de koorlezenaar en de 2 gepolychromeerde beelden van Sint-Martinus.
Als grafmonumenten vind je in de kerk de grafsteen van de familie van Ausseloos, 2de helft 18de eeuw en buiten de kerk het grafkruis van Niclaes Hollanders, gestorven in 1667.
De plannen van de Sint-Pieterskerk in Orsmaal kwamen goed van pas toen ze in Dormaal in 1782 hun eigen kerk in classicistische stijl bouwden 50. De kerk staat aan een oud, mooi opgeknapt dorpsplein en werd in 1987 beschermd als monument. Ook de omgeving met de pastorie en de voormalige kosterswoning zijn beschermd als dorpsgezicht.
De hond van Dormaal
Kasteel van Dormaal
Het Kasteel van Dormaal 48 was generaties lang eigendom van de machtige heren de Berghes. Al in de 14de eeuw stond er een burcht, maar die raakte in verval. In de 18de eeuw liet burggravin Marie-Louise Berrewouts het neoclassicistische kasteel bouwen. Er hoort ook
een watermolen bij. Het ijzeren bovenslagrad heeft een diameter van 3,2 meter. Het kasteel en de watermolen werden in 1996 beschermd als monument en de omgeving is een beschermd dorpsgezicht. Het kasteel is momenteel in privébezit en niet publiek toegankelijk.
De Dormaalbeek
De beek ontspringt in Walshoutem, bij Landen, en groeit aan met de Zeyb en de Wetpot voor ze Dormaal binnenkomt. Ter hoogte van de molen van het kasteel van Dormaal werd ze even omgelegd. Uiteindelijk mondt de beek uit in de Kleine Gete.