Deze gotische kapel is gewijd aan O.L.Vrouw der Zeven Weeën. Rondom dit kerkje groeide de kloostergemeenschap van de Zeven Smarten ten Bossche. Tijdens de godsdienstoorlogen werd het klooster verwoest en de zusters vonden in 1584 onderdak in het Leeuwse Bethaniaklooster.
Het gebouw heeft een éénbeukig schip, een kort transept en een rechthoekig afgesloten koor. Typisch zijn de afwisseling tussen zand- en baksteen.
De beuk en de noordelijke transeptarm zijn in de gotische stijl, de zuidelijke transeptarm in laatgotische stijl, wat tot uiting komt in de flamboyante tracering van het venster. De sacristie werd vermoedelijk toegevoegd in de 18de eeuw.
De voorgevel is gedeeltelijk gebouwd uit tufsteen. De gotische toegangsdeur is versierd met een boogveld met drielob. Erboven staat een gebeeldhouwde Christus en het jaartal 1559.
Ook binnen in de kapel zijn verscheidene kunstwerken uit de 16e eeuw zoals de piscina-nis in het koor, het wijwatervat en het kruisbeeld boven het altaar. Dit kruisbeeld in gepolychromeerd hout toont op het einde van de armen de evangelisten.
Verder bezit de kapel et middendeel van een barokke biechtstoel en een O.L.Vrouw-beeld van een Calvariegroep, beide uit de 17e eeuw. Het hoofdaltaar dateert van ca. 1900.