In Zoutleeuw is er een gemeentebelasting gevestigd op tweede verblijven die gelegen zijn op het grondgebied van de stad.
Deze belasting werd ingevoerd om te vermijden dat eigenaars van woningen of gebouwen die op de leegstand voorkomen, aangifte doen als tweede verblijf om de heffing op de leegstand te ontlopen.
Bewoners van tweede verblijven betalen in de stad of gemeente geen belastingen. Anderzijds maken zij o.a. ook gebruik van de dienstverlening en infrastructuur op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking enz. Om deze mensen ook een bijdrage te laten leveren aan de financiële behoeften van de stad, worden zij belast op hun tweede verblijf.
De belasting op tweede verblijven kan ertoe bijdragen dat personen die hun feitelijke verblijfplaats in de stad hebben, zich effectief laten inschrijven in de bevolkingsregisters.
Wat zijn tweede verblijven
Als tweede verblijf wordt elke private woongelegenheid beschouwd waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister maar die op elk ogenblik voor bewoning kan worden gebruikt. Het kan gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans en die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Uitzonderingen
Als tweede verbijf wordt niet beschouwd:
- de lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
- garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens;
- de woongelegenheden die zijn opgenomen in de registers inzake leegstand en verwaarlozing.
Tweede verblijf aangeven
De eigenaar(s) van een tweede verblijf is/zijn verplicht om aangifte te doen bij het stadsbestuur nadat de woning wordt gebruikt als tweede verblijf, voor 15 januari van het jaar volgend op het aanslagjaar. De aangifte gebeurt aan de hand van een aangifteformulier, je kan er zelf één aanvragen of downloaden.
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder. De eigenaar is hoofdelijk verplicht tot de betaling van de belasting.
Belasting
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 750 euro per tweede verblijf.
Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgende op de datum van de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.